Heerlijk zacht genieten
Niets is zo zacht aan je voeten (en je oren!) en ó zo uitnodigend om languit op te liggen als een fijn tapijt. Tapijt is goed voor de akoestiek en in veel tinten verkrijgbaar. Maar ook in verschillende kwaliteiten, materiaalsoorten, en structuren. Een drietal veelgebruikte 'vaktermen' op het gebied van tapijtstructuur lichten we hier even toe. Omdat het voor u belangrijk is om te weten. Want een losse, hoge pool voelt niet alleen heel anders aan dan stevige, korte lussen, maar heeft ook een heel andere uitstraling.
Frisé
De polen van een frisétapijt zijn wel gesneden, maar minder hoog en wat compacter dan die van een shaggy tapijt of karpet. Het tapijtgaren is in elkaar gedraaid, oftewel getwijnd. Wel is elke pool afzonderlijk van de andere te onderscheiden, waardoor de aanblik levendig blijft. Zijn de frisépolen wat hoger, dan wordt ook wel de benaming saxony gebruikt.
Boucle
Bij een bouclé tapijt spreken we niet van losse polen, maar van wat kortere polen in een lusvorm. Soms zijn de poollussen bewust niet even lang, maar van ongelijke hoogte, wat een wat onregelmatiger structuur oplevert. Zo'n 'hoog/laag structuur' kan ook nog eens verlevendigd worden door de toppen van de hogere lussen af te scheren (geschoren bouclé).
Shaggy
Het Engelse shaggy vloerbedekking wordt ook wel gebruikt om er de ruwharige vacht van een hond me te beschrijven. Maar het woord ruw moet u verder vooral vergeten, want bij shaggy tapijt gaat het juist om een zeer zacht, los en hoogpolig tapijt. Een tikje warrig, speels en lekker nonchalant. Uitnodigend. En vooral levendig, omdat loop en lichtinval voor telkens weer andere effecten zorgen.